“Er is al zoveel over geschreven,” verzuchtte ze. “Dat klopt,” antwoordde ik haar. “Alleen nog nooit op jouw manier.” Eerlijk is eerlijk: dit antwoord heb ik niet zelf verzonnen. Ik heb het ergens gelezen, al weet ik niet precies meer waar. De reden dat ik het heb onthouden is omdat het voor mij exact weergeeft waar het bij levensverhalen in essentie om draait.
Elk leven is universeel. Elk leven is uniek.
Elk leven is universeel. En tegelijkertijd is elk leven uniek. Dat is wat mij zo fascineert aan levensverhalen. Jij en ik kunnen precies hetzelfde hebben meegemaakt en daar toch een heel uniek verhaal over vertellen.
Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk.
Neem nou Roy van Delden en Selma Mogendorff. Beiden zijn gepensioneerd huisarts. En beiden schreven ze daar een boek over. Toch zijn hun verhalen totaal verschillend. Roy van Delden schrijft in ‘Gifmenger tegen wil en dank’ over zijn ervaringen als huisarts met het beëindigen van het leven van patiënten die ongeneeslijk ziek zijn of ondraaglijk lijden.
Selma Mogendorff vertelt in ‘Waar blijft die dokter nou?’ hoe het was om huisarts te zijn in een tijd waarin er nog maar weinig vrouwen in dat beroep werkzaam waren.
Twee identieke situaties, twee unieke levensverhalen.
Maar wat is het dan precies dat jouw levensverhaal zo uniek maakt?
- Jouw blik.
Je kent hem vast wel: de afbeelding waarin je twee plaatjes kunt zien. De één ziet er een jonge vrouw, de ander een oude heks. Dit laat zien dat ieder persoon een eigen, unieke kijk heeft op de wereld.
Zo kan je zus de opvoeding van je ouders heel anders hebben ervaren dan jij dat doet. Of kan jij als kind een wereldgebeurtenis (denk aan de landing op de maan) heel anders hebben beschouwd dan de volwassenen om je heen.
- Jouw referentiekader.
Je referentiekader staat voor alles wat jij als persoon met je meedraagt: je opvoeding, je ervaringen, je jeugd, je ouders, de cultuur waarin je leeft of waarin je bent opgegroeid, de plek waar je vandaan komt, de tijd waarin je geboren bent.
De combinatie van al deze factoren is voor ieder mens uniek.
- De plaats van handeling.
Waar speelt jouw levensverhaal zich af? Denk daarbij niet alleen aan de geografische plek (Amsterdam, Terschelling, Indonesië) maar ook aan de omgeving (op een boerderij, in de Bijlmer, in een GGZ-instelling, in een vissersdorp, in een groot commercieel bedrijf, in een kerkgemeenschap of commune).
Je kunt je voorstellen dat het voor je levensverhaal nogal uitmaakt of je bijvoorbeeld naar school gaat in Amsterdam of in Indonesië, of je huisarts bent in de Bijlmer of een vissersdorp en of je werkzaam bent in de GGZ of in een groot commercieel bedrijf.
Ook dat is wat jouw levensverhaal uniek maakt.
- Tijdsgeest.
Wanneer speelt jouw levensverhaal zich af? In de jaren ’50? De jaren ’70? De jaren ’90? Ieder decennium heeft zijn eigen tijdsgeest die de gebeurtenissen in jouw leven kleuren. Het verwijst naar het samenspel van al deze maatschappelijke en technische ontwikkelingen én de grote landelijke en wereldlijke gebeurtenissen, die in een bepaalde periode jouw leven bepaalde.
Meer weten over het schrijven en publiceren van je boek? Kijk dan ook eens de gratis e-books.
Lees of bekijk ook:
Een autobiografie schrijven? Vergeet je familiegeschiedenis niet!
Vijf tips om je geheugen te stimuleren bij het schrijven van je autobiografie.
De tijdsgeest: hoe geef je die weer in jouw autobiografie?
Beter één vogel op je arm dan...
Een autobiografie schrijven: hoe begin je?
Reactie
Hansje van Etten